20061003

DAG 13 8 Oktober 2006

Toen we vanochtend opbraken was de koelkast in de auto weer helemaal lauw, voor de tweede keer al. Niet echt fris dus, want er ligt blijkbaar ook iets minder fris ruikends in. Nou ruiken wij en alles wat we bij hebben inmiddels ook niet meer zo fris...
We rijden het park in anderhalf uurtje uit, alles ging prima, de river crossings, overstekend vee en zelfs grote kangaroes op de weg.
We hebben een tankstop in Halls Creek, een Aboriginal stadje en even later langs de weg een pauze stop om een kopje thee te drinken met een boterham. Ja, we hebben weer boterhammen sinds Kununurra, alweer een beetje oud inmiddels... En weer een stuk verderop op een mooie 24-uursstop aan een rivier vol vogels eten we ons appeltje.
Het is bloedheet in de auto, de zitting is nat van het zweet.

Om half twee komen we in Fitzroy Crossing aan waar we meteen naar de camping van de Crossing Inn rijden. Het schrikt ons eerst wel een beetje af omdat het stuk gras ernaast volzit met Aboriginals met grote dozen bier. Het is Zondag vandaag en als we even later in de pub vragen naar een kampeerplaats zitten daar ook een paar oude Aboriginal mannen en een vrouw aan de bar. De meest mogen blijkbaar niet binnen komen. Het is een vreemde plaats, de Crossing Inn. Stijn en ik hebben hier drie jaar geleden ook gekampeerd, toen stonden we ook als enig tentje op het veld tussen een paar mensen die er wonen in hun campertje aan de rand. Terwijl we ons tentje opzetten zien we verschillende auto's met volle bepakking omdraaien, afgeschrikt door de buitenkant... De mensen hier zijn vriendelijk, zeggen goeiedag en zijn verder op zichzelf.

We rijden meteen door naar de Geikie Gorge, want daar willen we nog heel graag even rondkijken. We komen net op tijd voor de laatste boot tour, en aangezien ons dat aangeraden was en ik drie jaar geleden niet heel zwaar onder de indruk was van de wandeling stapten we meteen in. Het was een leuk tochtje van een uur waar de skipper het e.e.a. uitlegt over de gorge en de Fitzroy River. Onderweg zien we ook verschillende Aboriginal gezinnen vissen, een jongetje heeft een joekel van een barramundi gevangen en laat hem trots zien. Barramundi is een vreselijk lekkere vis en populair in de restaurants van Australie.

We zien ook nog wat krokodillen in het water, freshies. Na het tochtje nog een korte wandeling gemaakt en toen was het alweer de hoogste tijd om terug te rijden naar de camping om ons potje voor het donker te koken. Als we ons gaan douchen ontdekken we ook weer de kikkers in de wc pot, die ze hier overigens wel eens mogen schoonmaken...
We wilde nog even bij de pub wat gaan drinken om half zeven, maar die bleek al om zes uur te sluiten op Zondagavond. Dus zijn we toch maar naar de Fitzroy River Lodge gegaan, het enige luxe hotel/camping aan de overkant van de rivier om daar wat te gaan drinken.
Binnen no-time kwamen er Aboriginals bij ons aan tafel zitten toen we met een colaatje buiten op het terras zaten. Een man vertelde over de UFO's die hij gezien had en een vrouw lurkte aan onze lege blikjes en schooide om iets te eten. Een paar minuten later kwam de uitbater ze al wegjagen maar toen waren wij net opgestaan om ons glas verder binnen op te drinken.
Bij de Crossing Inn pub hangt een bord waarop met grote letters staat dat de mensen niet mogen schooien; humbugging, want dat schijnt een veelvoorkomend iets te zijn. Het vervelende van een grote Aboriginal community is dat er altijd personen bij zien die van de steun leven en dat geld grotendeels uitgeven aan drank en aan het einde van de week is het geld op...
----------------------------------------------------------------------------------
Located 2686 km north of Perth and 110 metres above sea level, Fitzroy Crossing is one of those places which sprung up for a single very good reason. It was a suitable place to cross the huge Fitzroy River which, during the wet season, was capable of stranding travellers for weeks. Once a decent bridge was built the town's raison d'etre vanished. It is now a small, predominantly Aboriginal settlement, on the banks of the Fitzroy River with very little to commend it to the visitor apart from the beautiful Geikie Gorge which lies 20 km to the north of the town and the unusual Tunnel Creek and Windjana Gorge which lie 63 km and 95 km, respectively, from the town on the alternative Derby-Fitzroy Road.
Undoubtedly the town's most famous building is the old Crossing Inn (turn off the Highway near the roadhouse and continue down Forrest Street before turning right at Sandford Street - a dirt road) which, in spite of the fact that it is well distanced from the banks of the river, has still been the subject of numerous floods. In the wet the river has been known to rise over 10 metres and to spread out from its banks for a distance of up to 15 km.
The Crossing Inn was originally built by Joseph Blythe in the 1890s as a store and pub for passing stockmen, prospectors and bullock team drivers.

----------------------------------------------------------------------------------

Geen opmerkingen: