20061011

DAG 5 30 September 2006
Vanmorgen om half 7 maken we de echte wandeltocht door de Windjana Gorge. De zon staat al hoog aan de hemel en het is dus al lekker warm. Ingrid maakt mooie foto's van grote spinnen, we zien brolga's een soort kraanvogel/ooievaar met een rood mutsje op, een paar kuddes vliegende honden die een paar van de bomen bevolken. Je ruikt ze al op een afstand en horen van nog veel verder, wat kunnen die beesten krijsen. Ze hebben wel een lief koppie, maar van die spooky dracula vleugels waarmeeze zich omhullen. Vooraan zitten ook hele kuddes corella's, witte papagaaien, te krijsen in de bomen. En natuurlijk niet te vergeten die enorme hoeveelheid krokodillen in de poelen.
Er zijn ook wat grotere stukken water maar de krokodillen houden zich voornamelijk vooraan in de gorge op. De wandeling is vooral in het begin erg mooi, als we tussen de rotsen lopen en steeds iets nieuws ontdekken. Halverwege doemt er opeens een stuk oud regenwoud op om vervolgens weer om te slaan naar boabs en eucaliptussen. Ook groeit er een soort grote koolachtige plant met aparte bloemetjes. We lopen het pad helemaal door tot het einde, wat een stuk prikkeldraad is met een bord ervoor waarop staat dat het 't einde van de wandeling is. We moeten hetzelfde stuk weer terug lopen.





Als je vakantie viert in Australie moet je echt van de natuur houden, die is namelijk nog zeer uitbundig aanwezig hier, vooral in een rustig gebied als de Kimberley. Tot voor een tiental jaren geleden kwamen hier alleen Aboriginals en wat veeboeren om hun koeien die los lopen te grazen te vangen.
Daarvoor is de Gibb River Road aangelegd en zijn de meeste mooie oases die je erlangs vind beschermd via CALM.
Ik heb iets met bomen, vooral die mooie kale witte ghost gums en sugar gums. Ik moet er altijd wel een aaien maar het liefst zou ik ze willen knuffelen, en dat deed ik dus deze keer. Wat me niet helemaal in dank werd afgenomen door de kolonie mieren die net op weg was naar de kruin van de boom...
Op het einde van de wandeling komen we de enige andere wandelaars tegen, drie Zwitserse vrouwen op leeftijd. Het is een vrolijk stel en ze zweten zich een ongeluk met roodaangelopen gezichten en takjes om zich te ontdoen van de vliegen. Twee ervan spreken geen woord Engels maar eentje geeft ons nog wat tips voor onderweg, zij komen van tegengestelde richting en hebben al drie lekke banden gehad. Niet echt bemoedigend... Ze maken een mooie foto van ons samen vlakbij de ingang van de Windjana gorge.
Rond half 11 zijn we weer terug op de camping waar we allereerst een lekkere koude douche gaan nemen, nouja, het water is meer lauw dan koud, maar toch lekker om het zweet af te spoelen. Zeker omdat de horzels aantrekt. Van vliegen hebben we niet zoveel last hier. Op ons gemakje een boterhammetje gegeten om tegen twaalven in te pakken en weg te wezen.

We moeten iets van ruim 150 km rijden naar Bells Gorge. Onderweg hebben we de ramen open, alleen voor de drie tegenliggers draaien we ze even dicht. Lekker dat windje! Ingrid verveelt zich een beetje onderweg en maakt willekeurig wat foto's, tja, 150 km op een gravel road dan is elke afleiding welkom. We stoppen zelfs om de kleine boompjes van dichterbij te bekijken, ze bloeien met grote gele bloemen en er hangen groene vruchten in. Geen idee wat het is, als ik het opzoek blijkt het de cotton tree te zijn.

We hebben ook wat 'river crossings', riviertjes die we over moeten steken, de meeste zijn zo ondiep dat het makkelijk gaat maar ik ga voor de zekerheid toch iedere keer in de low gear en inmiddels heb ik ook mijn wielen gelocked... dat was ik namelijk vergeten... oei!
Onderweg komen we ook regelmatig wat loslopend vee tegen, de kamelenkoeien kijken ons net zo verwondert aan als wij hun om even later vrolijk verder te grazen in het schrale zand.
Aangekomen bij Silent Grove moeten we een bordje kiezen van een campsite aan de Bells Creek. Dat zijn de mooie kampeer plekjes en we hebben geluk, er hangen er genoeg. We kiezen Woollybut, deze blijkt nr drie achteraan te zijn in de rij van 10 plekjes langs de kreek. Het is een mooi plekje met vlakbij een toilet waarin een enorme grote geel/groene kikker woont. Het is inmiddels goed bewolkt geworden als we rond twee uur ons tentje opzetten maar het is ook zo heet dat we heel graag in de pool gaan zwemmen. Het is 39 graden en we zweten enorm.
In de ver-onderstelling dat Bells Gorge niet ver weg kan zijn lopen we op onze teen-slippers vanaf ons plekje richting de gorge. Een kleine vergissing... de scherpe steentje steken door de dunne zolen van mijn slippers en Ingrid prijst zich gelukkig met haar dikke zolen. Ik had mijn stappenteller omgehangen en toen ik na ging denken snapten we het. Het was 10 km tot Bells Gorge, maar onze campsite ligt op ongeveer 7 km van Silent Grove, ik had nog op de km-teller gekeken. Tja... we hadden al zo'n 2.5 km erop zitten voordat tot ons doordrong. Dus doorlopen, we waren inmiddels wel toe aan een duik in die gorge.

Bij de parkeerplaats aangekomen staan er drie auto's geparkeert, en tijdens de kilometer die we nog moeten lopen naar de gorge, dit is gelukkig een prachtig pad met mooie palmen, komen we een gezin, een stel en een vrouw alleen tegen die ons verteld het rijk alleen te hebben. Het is bijna vier uur als we bovenaan bij de gorge aankomen. We besluiten toch de gorge in te klimmen en een duik te gaan nemen in het koele water beneden bij de watervallen, ook al hebben we geen bikini bij. Unaniem besluiten we als sisterhood dat we de camera's wegstoppen en ons lekker van die bemoste rotsblokken laten afgeleiden in ons geboortekostuumpje. Het water is zo lekker en we zijn hier helemaal alleen in deze oase, ver van de beschaafde wereld. Wat een heerlijk gevoel.
We zijn al helemaal heen over onze vrees voor wat er allemaal op de bodem ligt van water, de meeste poelen zijn zo helder dat je de bodem kan zien en bestaan grotendeels uit grote en kleine rotsen. Sommige poelen hebben visjes en in een ervan was een grote leguaan aan het zwemmen, hij klom later tegen de rotsen om zich door de zon op te laten drogen. Tja, alles went.
Deze foto is gemaakt voordat we het water ingingen trouwens, we lijken wel een stel zwervers, behoorlijk toe aan een bad dus! We mogen niet te lang blijven, want de zon kan elk moment ondergaan en we moeten ook weer die vier kilometer teruglopen. Dus lekker opgedroogd in het avondzonnetje dat door de bewolking heen prikt.
Weer bovenaan gekomen zit er niets vermoedend een zeldzame rock wallaby te drinken, en kijkt ons enigszins verbaasd aan. Even later hupt ie weg en blijft ons van op een afstandje bekijken, hij is duidelijk nog niet uitgedronken, zijn tong hangt uit zijn bek, arm dorstig beestje.
Ook schrikken we ons een paar keer goed de pleuris van een rare vogelsoort, een soort patrijzen die als een bromtol uit het gele gras vliegen, met bijbehorend motor geluid. De zon is aan het ondergaan als we bij de tent aankomen dus wordt het vanavond een snelle hap. En terwijl we aan het koken zijn komt de ranger langs voor de donatie (kamperen kost 9 $ pp in de Kimberley) Hij verteld dat wij hier helemaal alleen staan, alleen de paar voorste plekjes zijn bezet. Ach, ondanks de film Wolf Creek gezien te hebben (die speelt zich af in de Kimberley) bevalt het ons prima. (Sorry Patricia, we zijn toch van de grote weg af gegaan, al een paar keer zelfs, helemaal alleen op de wereld, maar we hebben geen snoepjes aangenomen van vreemde dieren ;)
De film is ook zo absurd en zover van de realiteit, ik raad niemand aan om hem te gaan zien, heb hem vorig jaar met Maruja in de bioscoop gezien. Je kan je niet voorstellen hoe vredig alles hier in de Kimberley is, alleen maar natuur en bijna niemand in de wijde omgeving, op die paar andere 4-wheel drivers na dan en een paar rangers.
Met alleen een paar kaarsjes aan (de maan wordt steeds groter en je ogen wennen snel aan het donker) zitten we nog lang na te kletsen over het leven. Ondertussen horen we allerlei geritsel in het gebladerte bij de kreek. Een paar keer zijn we gaan kijken en zagen we een grote wallaby-wombat achtig beest wegschieten.
----------------------------------------------------------------------------------
Bell Gorge is a spectacular spot for swimming, photography and enjoying what nature has to offer. The falls are reached by a one kilometre walk from the car park. Once you have come to the top of the waterfall you may wish to swim or relax in the top pool or cross, further up the creek, to the opposite side. From there it is a reasonable walk over the top of the hill and through the spinifex to the bottom pool. Here is an excellent swimming hole and a magnificent view of the waterfall and the gorge to the west.
Bell Gorge itself is only accesible via a walk track. There are no distances marked for the walk and it takes about half an hour via a steep downhill trail. The bottom of the trail brings you to the top of the waterfall into the gorge. Some people end their walk here – you can get a good view of the falls and can wet your feet in the rock pools above the falls however the more adventurous will want to get right down into the main pool below the falls.
You can either walk directly across the rock pools at the head of the falls (it is slippery and up to knees in some spots) or traverse right around the back of the top pool, although you will still need to get your shoes off to make it across the 2 wet crossings.

----------------------------------------------------------------------------------

Geen opmerkingen: